Net na de adoptie

Honden die verhuizen naar hun nieuwe eigenaar zijn per definitie onzeker. Je kunt het vergelijken met een situatie waarin je zelf ineens zou worden meegenomen naar een vreemd land. Je kent de mensen niet, het ruikt anders, je spreekt de taal niet, er gelden andere regels en gebruiken. En voor een hond met een onaangenaam verleden is dat allemaal erg angstaanjagend. Alles wat ze kennen is er ineens niet meer en ze zoeken daarom naar houvast en veiligheid. In gezinnen waar al een andere hond aanwezig is, zal de hond zich sneller op zijn gemak voelen en zich optrekken aan de andere hond. Maar de meeste honden hebben na adoptie geen andere soortgenoot als voorbeeld en zijn dus aangewezen op ‘die vreemde mensen’.

 

Hieronder een aantal belangrijke tips waarmee je de hond kunt helpen om zich de eerste periode na de adoptie zo snel mogelijk op zijn gemak te laten voelen:

 

  • Regelmaat: Besef dat je hond door de nieuwe situatie een tijdje flink nerveus is en stresshormonen aanmaakt. Het duurt even voordat die weer uit het lichaam zijn verdwenen en teveel stress kan zorgen voor gedragsproblemen. Een hond heeft behoefte aan voorspelbaarheid en vaste gewoonten. Geef je hond op een vaste tijd eten en ga op vaste tijden wandelen. Maak de eerste weken steeds dezelfde korte wandeling en ga pas een stukje verder als de hond vol zelfvertrouwen naast je loopt. Beperk bezoek van vrienden en familie de eerste weken na een adoptie zoveel mogelijk.
  • Rust: Zorg voor een rustige slaapplek waar niet iedereen langsloopt. Leer kinderen dat ze de hond niet storen als hij daar ligt!
  • Niet steeds aanraken: Geef de hond niet de hele dag door aandacht en knuffels. Pak de hond niet zomaar vast of til hem niet ineens op van de grond om hem te knuffelen. Veel honden vinden dat in het begin eng, ze zijn het niet gewend, ze kennen je nog niet en het maakt ze onzeker. Laat de hond zelf kiezen of hij naar je toe wilt komen. Maak jezelf klein, ga op je hurken zitten en roep de hond met een vrolijke stem. Geef een aai, beloon met iets lekkers. Leer dit ook aan de kinderen! Als je de hond aait, doe dit dan onder de kin. Dat is voor honden minder bedreigend dan een hand die van bovenaf komt.
  • Leer lichaamstaal van honden kennen: Verdiep je in de lichaamstaal van honden. Honden geven met hun houding, de stand van de oren en staart aan hoe ze zich voelen. Ze geven (soms heel snel) signalen af die ons vertellen wat er in hem omgaat. Als een hond bijvoorbeeld gespannen is, likt het over de neus of draait zijn hoofd af. Dit zijn belangrijke signalen die je niet mag negeren wanneer je bijvoorbeeld de hond benadert of aait. Kijk een onzekere hond nooit recht in de ogen, maar kijk langs hem heen. Erbij gapen is een geruststellend signaal in hondentaal.
  • Kinderen niet alleen laten met de hond: laat je jonge kinderen nooit zonder je toezicht alleen met de hond. Jonge kinderen bevinden zich meestal op gezichtshoogte van de hond en kunnen onbedoeld bij de hond een reactie veroorzaken waardoor de hond zich genoodzaakt voelt zich te verdedigen. De signalen die de hond tevoren hierbij afgeeft kunnen jonge kinderen nog niet begrijpen en dit zou mogelijk kunnen resulteren in een bijtincident. Ook al is je hond heel lief en rustig met de kinderen: voorkomen is beter dan genezen, zeker waar het kinderen en honden betreft.
  • Negeer ongewenst gedrag: Wees een duidelijke consequente en zelfverzekerde baas en maak je hond vanaf het begin duidelijk wat je regels zijn. Wat niet mag, mag niet. Gebruik daarbij vooral beloning en je stem. Een belangrijk leerprincipe is: negeer ongewenst gedrag en beloon gewenst gedrag. Honden leren het snelst met een positieve benadering en dat is meestal iets lekkers of een stembeloning met een aai. Ga vooral niet steeds zeggen dat iets niet mag. Probeer zo min mogelijk strafwoorden te gebruiken (nee, foei etc), alleen als het echt niet anders kan. Als je verkeerd gedrag zoveel mogelijk negeert, leert een hond vanzelf dat hetgeen dat hij doet, niet het gewenste resultaat oplevert. 
  • Betrek alle gezinsleden: Honden vertrouwen snel op de persoon die hen een positief en veilig gevoel geeft. Bij vrouwen gaat dit meestal sneller dan bij mannen en daarom is het belangrijk dat alle volwassen gezinsleden leuke dingen doen met de hond; laat met name ook de eventuele man des huizes de hond eten geven en met hem wandelen. Indien je kinderen hebt, verdiep je in de omgangsregels tussen kinderen en honden!
  • Oefen met bezoek: Leer je hond zo snel mogelijk dat bezoek en vreemde mensen leuk zijn! Dit is echt belangrijk, omdat honden uit het buitenland meestal geen leuke associatie hebben met onbekende mensen en angstig of onzeker kunnen reageren. Om dit te voorkomen, dien je het bezoek een leuke ervaring te laten zijn. Geef de hond daarom iets lekkers als er vreemden binnen komen. Vraag het bezoek om de hond te negeren en niet aan te kijken! Wanneer het bezoek eenmaal rustig zit en de hond komt snuffelen, kun je het bezoek de hond iets lekkers laten geven, weer zonder hem aan te kijken. Daarna breng je de hond naar zijn eigen plek en geef hem daar iets lekkers, bijvoorbeeld een kauwstaafje waar hij even mee bezig is. Kauwen is stress verlagend. Gebruik de eigen plek/mand van de hond overigens nooit als straf. Het moet een prettige vertrouwde plek zijn en blijven.
  • Ga op hondencursus: Je hebt een hond met een verleden dat wellicht niet altijd even makkelijk was. Hij heeft daarin geleerd te overleven door bepaald gedrag dat in die situatie nuttig was, maar nu in de nieuwe situatie misschien ongewenst is. Straf je hond daar niet voor, maar leer hem ander gedrag aan door middel van positieve beloning. Ga met je hond naar een hondenschool waar gewerkt wordt vanuit dit principe! Heb je nog geen ervaring met honden? Volg dan sowieso een cursus met je hond!

 

hondenpoot in mensenhand